16 12 2011

Herfst verleden tijd

Volgende week, op 22 december, eindigt de herfst en begint de winter. Maar wat betekent dat woord nou eigenlijk. Woorden vinden vaak hun oorsprong in een ver verleden.

Met 'herfst' is dat niet anders. De kern van dit woord is te herleiden tot het Indo-Europese 'karp' hetgeen zoiets als plukken betekent, zoals bijvoorbeeld in het Latijnse 'carpe diem' dat 'pluk de dag' betekent en 'carpus' dat 'fruit' betekent, oftewel' dat wat geplukt wordt'.

In het oude Germaans gebruikte men het van 'karp' afgeleide woord 'harbista' voor de oogsttijd, dat wil zeggen de tijd, duizenden jaren geleden, dat men, naast de jacht, ook leefde van het plukken van bessen, noten, appels en peren. Later is het woord ook toegepast op het jaargetijde waarin dit soort vruchten werden geoogst, oftewel de herfst. In het Engels is het verwante 'harvest' overigens nog steeds het woord voor oogst. Voor het jaargetijde zijn de Engelsen het vanuit het Frans overgenomen 'autumn' gaan gebruiken. In Amerika kwam later "fall' in gebruik, ontstaan uit de omschrijving 'fall of leaves' voor dit jaargetijde.

Deel dit bericht
Lees ook onderstaande berichten