Graf van Jezus geopend

In Jeruzalem bevindt zich de graftombe waar Jezus is begraven. De tombe bevindt zich in de kerk van het Heilige Graf in het oude, ommuurde deel van Jeruzalem. De plaats van het graf is door Constantijn de Grote, de eerste christelijke Romeinse keizer, in het jaar 326 aangewezen als de plek waar Jezus zowel gekruisigd als begraven is.

Aangezien gelovigen menen dat jezus uit de dood is opgestaan, zullen zij verwachten dat het graf leeg is. Historici zijn echter wel geïnteresseerd in de laatste rustplaats van de stichter van het christelijk geloof. Als keizer Constantijn het al bij het rechte eind had – hij liet zich informeren door bewoners van Jeruzalem en het was toen al drie eeuwen geleden dat Jezus gestorven was – dan is de kans dat er menselijke resten zullen worden gevonden, echter zeer gering.

Dit is vooral te danken aan kalief Al-Hakim. Deze moslimvorst, die geloofde een incarnatie van God te zijn en zeer puriteins was in zijn geloofsopvattingen, kon het niet verdragen dat zo'n belangrijke christelijke kerk in zijn rijk stond. In 1009 gaf hij opdracht om de kerk te plunderen. Nadat zijn mannen eerst alle schatten van de kerk geroofd hadden, werd de kerk tot op de kale rotsbodem steen voor steen afgebroken. Ook het graf van Jezus werd vernietigd. Wat nog overbleef werd verbrand.

Zijn opvolger liet de kerk en graftombe weliswaar herbouwen, maar de kans dat er ooit nog iets van het oorspronkelijk graf wordt teruggevonden, lijkt wel verkeken. Omdat het graf en de marmeren plaat gerestaureerd worden, is het nu een uitgelezen kans voor wetenschappers om het heiligste christelijke monument eens goed te onderzoeken. Het is voor het eerst sinds eeuwen dat de tombe open is. In totaal wordt er door vijftig Griekse experts aan gewerkt. Zij werken vooral 's nachts om pelgrims overdag de gelegenheid te geven het Heilige Graf te bezoeken.